Logistiek Logistiek heeft vier deeltrajecten. Deze trajecten zijn inkoop/aanvoerlogistiek, productielogistiek, distributielogistiek en tot slot de reverse logistics. Inkooplogistiek: alles wat een product doet voordat de product binnen komt. Productielogistiek: producten worden gemaakt; Distributielogistiek: eindproduct bij de klant krijgen. Reverse logistics: goederenstromen van inkoop naar distributie, maar het kan zijn dat een product terugkomt. Het stroomt retour. Bijv. een product dat niet goed is, maar ook bijv. verpakkingen die we willen recyclen. Het model kan gebruikt worden om de onderlinge verbanden tussen logistiek te zien. Bron: Visser & Van Goor. (2017) . Werken met logistiek. Groningen: Noordhoff Uitgevers.
KOOP Koop staat voor KlantOrderOnkoppelPunt. Met het KOOP kan ingezien worden of de klant nog invloed heeft op het proces. Bij het KOOP wordt de klant aan een product gekoppeld, en wordt het product van de planning ontkoppeld. Er zijn vijf soorten 'kopen' te onderscheiden: Koop 1 - maken voor lokale voorraad. Het product is helemaal af. Het is een eindproduct. Het ligt in de winkel, en de klant kan het kopen. Bijv. pak hagelslag. Product is verspreid over alle winkels. Koop 2 – maken voor centrale voorraad. Het gaat om het eindproduct. Je wil een product kopen bij de BCC. Een wasmachine staat niet op voorraad bij de BCC, maar het staat bijv. op drie plaatsen in Nederland. De voorraad kan veel kleiner gemaakt worden. Ook bijv. artikelen die je bij een webshop koopt. De voorraad ligt op een/enkele punt(en) in Nederland. Koop 3 – assembleren op order Assembleren: in elkaar zetten van iets. Bijv. een fiets. Alle onderdelen liggen klaar, het moet nog in elkaar gezet worden. De klant krijgt een beetje invloed op het product. Klant kan alleen maar kiezen uit een beperkt aantal onderdelen. Bijv. vijf sturen, tien zadels etc. Assembleren kan snel gebeuren omdat de onderdelen al klaarliggen. Elke fiets die gemaakt wordt, wordt verkocht. Kleinere voorraad in onderdelen. Ander voorbeeld: Dell computers. Koop 4 – maken op order. De klant komt binnen bij de voorraad grondstoffen. Heel de productie moet nog plaatsvinden. De grondstoffen liggen al op voorraad. Er is een beperkte keuze aan materialen/grondstoffen. Bijv. luxaflex. Je kunt kiezen uit vijf kleuren, drie soorten materialen, maar de luxaflex kunnen op maat gemaakt worden. Het gaat hier vaak over op maat gemaakte dingen. Koop 5 – inkopen en maken op order. Inkopen en maken op order. Product wordt ontworpen speciaal voor een klant, bijv. een architect die een huis bouwt. Bron: Visser & Van Goor. (2017) . Werken met logistiek. Groningen: Noordhoff Uitgevers.