De drie niveaus van managen:
- Topniveau: het hoogste orgaan uit de organisatie. De taak is vooral bepaald door de externe afstemming en de algemene bewaking van structuur en sturing. De hoofdtaak is dus het bepalen van strategische doelen. Wat willen we als onderneming bereiken?
- Middenniveau: het bezighouden met het scheppen en bewaken van zo goed mogelijke omstandigheden waarin het werk wordt gedaan. Ook de bedrijfscultuur hoort hierbij: hoe gaan we met elkaar om? Ook is de midden manager de schakel tussen het topmanagement en de operationele managers en hun medewerkers. het beleid dat aan de top wordt bepaald moet in activiteiten worden vertaald. Er moet werk worden verzet om de strategische doelen te bereiken. Er moet een ICT-investeringsplan worden opgesteld voor de hele onderneming.
- Operationeel niveau: de aansturing van de dagelijkse werkzaamheden. Denk aan werkplanningen, de inzet van personeel, kwaliteitscontroles, ziektemeldingen, functioneringsgesprekken enzovoorts. De operationele manager staat het dichtste bij het uitvoerende personeel.
Bron: Doelen, A., Weber, A. (2014). Organiseren & managen. Groningen: Noordhoff Uitgevers.